Stamboek- en Fokreglement Suffolk Stamboek Nederland

Dit reglement bevat de bepalingen die zien op de inschrijving van schapen van het Suffolk ras in het Suffolk Stamboek Nederland (SSN), zoals erkend door het Productschap Vee Vlees en eieren d.d. 21 oktober 2011

Artikel 1. Algemeen

1 In dit reglement wordt verstaan onder:

a. Het SSN: de vereniging Suffolk Stamboek Nederland opgericht d.d. 1 juni 1989. (KvK 40048148)

b. De statuten: de statuten van het SSN.

c. Het Bestuur: het Bestuur van het SSN.

d. De ALV: de Algemene Ledenvergadering van het SSN.

e. Verordening: de ‘Verordening Erkenningsvoorwaarden voor Stamboeken, Prestatieonderzoek en Fokwaardenschatting (PVV) 2010’ danwel een opvolgende regeling daarvan;

f. Lid: een lid van het SSN.

g. Fokker: het Lid dat op de dag van de geboorte als eigenaar van de moeder in de Stamboekadministratie staat vermeld.

h. De Stamboekadministrateur: persoon of rechtspersoon die in opdracht van het Bestuur de administratie in het stamboek en de bijbehorende registers beheert.

i. De FAC: de Fok Advies Commissie van het SSN.

j. Erkend Stamboek: een door het Bestuur erkend ander stamboek van Suffolk schapen.

k. Dekverklaring: een naar waarheid opgemaakte verklaring waaruit blijkt door welke ram een ooi is gedekt alsmede op welke datum dekking in een fokjaar voor het laatst plaats vond.

l. Genetisch materiaal: eicellen, sperma en/of embryo’s.

m. Stamboekcertificaat: een zoötechnisch certificaat met stamboekgegevens van als bedoeld in de Verordening en/of Richtlijn 90/255/EEG.

n. Afstammingscertificaat: een certificaat met enkel de afstamming van het betreffende schaap.

o. Stamboekwaardig: voldoet aan Rasstandaard en Aanvullende eisen

p. Rasstandaard: de rasomschrijving van het Suffolk schapenras vastgesteld door de ALV (Bijlage 1).

q. Aanvullende eisen: de eisen opgenomen in Bijlage 3 welke gelden voor het opnemen in het Hoofdstamboek

r. Fokuitsluitende gebreken: fysieke en foktechnische gebreken als vermeld op Bijlage 2 die het dier ongeschikt maken voor de stamboekfokkerij.

s. Prestatieonderzoek: Er is sprake van prestatieonderzoek als de fokkerijorganisatie gegevens verzamelt om de prestaties of eigenschappen van een dier te meten.

t. Fokwaardeschatting: De fokwaarde van een dier is een inschatting van de genetische aanleg van een dier en vormt een goede basis voor de selectie. Bij het schatten van deze fokwaarde wordt gebruik gemaakt van metingen aan het nakomelingen, broers of zusters het dier heeft, des te groter is de betrouwbaarheid van de fokwaarde. Voor de schatting van de fokwaarde bestaan wiskundige formules. De milieufactoren worden in deze formules uitgefilterd, zodat het genotype van het dier (de fokwaarde) overblijft.

Artikel 2. Doelstelling

Dit reglement heeft tot doel de instandhouding, het bewaken en bevorderen van de rastypische en gebruikseigenschappen van het raszuivere Suffolk schaap en ziet mede op het welzijn en de gezondheid van de in het Stamboek ingeschreven dieren.

Artikel 3. Reikwijdte en begrenzing

1 Dit reglement stelt de voorwaarden vast voor de registratie van schapen in het SSN en voor de toekenning van de daarbij horende Stamboomcertificaten dan wel Afstammingsbewijzen.

2. Dit reglement is van toepassing op door Leden gefokte Suffolk schapen alsmede op door niet-Leden gefokte Suffolk schapen welke zijn ingeschreven bij een Erkend Stamboek en eigendom van een Lid.

3. Dit reglement is in overeenstemming met de Statuten.

4. Dit reglement voldoet aan de EU-voorwaarden voor erkende stamboeken, zoals verwoord in Verordening.

5. Bij strijdigheid tussen dit reglement en wet en regelgeving voor de locatie waar de dieren gehouden worden, prevaleert de geldende wet en regelgeving.

Artikel 4. Erkenning ander stamboek

1. Het Bestuur kan, indien het zelf daartoe aanleiding ziet, dan wel op verzoek van een Lid of de Stamboekadministrateur een ander stamboek van Suffolk schapen erkennen.

2. De erkenning wordt in ieder geval verleend aan een stamboek voor Suffolk schapen dat is erkend op de voet van Richtlijn 90/254/EEG of enige implementatie daarvan in wetgeving van het land van herkomst danwel is erkend door de Suffolk Sheep Society als zijnde het erkende stamboek uit het land van herkomst.

3. In alle andere gevallen dan in lid 2 bedoeld, geschiedt erkenning niet eerder dan nadat het andere stamboek heeft aangetoond tenminste de registratie van volbloed Suffolk schapen te kunnen waarborgen op een wijze die materieel voldoet aan de eisen van Richtlijn 90/254/EEG.

4. Het Bestuur is bevoegd, indien zij gegronde vrees heeft voor gezondheidsrisico’s, voorwaarden te stellen alvorens dieren van een Erkend Stamboek ingeschreven worden in het Stamboek. Deze Importvoorwaarden behoeven de goedkeuring van de ALV. De meest recente versie van de Importvoorwaarden is aan dit Reglement gehecht (Bijlage 2).

Artikel 5. De Stamboekregistratie

Algemeen

1. Het Stamboek kent de volgende registers: Ledenregister, het Hoofdstamboek, Het Hulpstamboek en het Dierregister.

2. In het Ledenregister staan de naam en adresgegevens van de leden, de unieke code(s) voor de koppeling met de dieren en met externe databases en de status van het Lid.

3. De Stamboekadministrateur wijst aan ieder Lid Fokletters toe. Deze Fokletters zijn een unieke code bestaande uit 3 letters.

4. Een lid kan de Stamboekadministrateur verzoeken om een unieke stalnaam te mogen voeren. Deze stalnaam zal door het SSN beschermd worden.

5. Fokletters en stalnaam kunnen niet overgedragen worden aan een derde.

6. Ieder levend lam dat door een Fokker geregistreerd wordt, krijgt door de Stamboekadministrateur een Stamboeknummer toegewezen bestaande uit een

combinatie van de fokletters van de Fokker en een uniek volgnummer dat correspondeert met een aan het lam aangebracht identificatienummer.

7. Het Bestuur stelt in overleg met de Stamboekadministrateur de wijze van registratie van de fokkerijgegevens vast. Op het moment van het vaststellen van dit Reglement geschiedt registratie via Suffolkweb, waartoe ieder Lid toegang heeft.

Hoofdstamboek

8. In het Hoofdstamboek zijn de raszuivere dieren opgenomen. Een dier wordt erkend als raszuiver als tenminste aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

– beide ouders zijn in het Hoofdstamboek opgenomen,

– één van de ouders is in het Hoofdstamboek opgenomen en de andere ouder is in het Hulpstamboek opgenomen met raszuiverheidsstatus is tenminste 87,5% Suffolk, of,

– het dier is geregistreerd in een Erkend Stamboek.

9. Dieren in het Hoofdstamboek kunnen als status hebben:

a. Stamboekwaardige dieren (code A). Deze dieren zijn door de Fokker zelf beoordeeld op het afwezig zijn van Fokuitsluitende gebreken en voldoen aan de Rasstandaard en Aanvullende eisen en ingeval van importdieren voldoen aan de Importvoorwaarden.

b. Voorlopig ingeschreven dieren (code B). Deze dieren zijn geboren uit Stamboekwaardige ouders (code A), maar zijn nog niet beoordeeld op Stamboekwaardigheid, het voldoen aan de Aanvullende eisen en op het afwezig zijn van Fokuitsluitende gebreken.

c. Afgekeurde dieren (code B met vermelding). Deze dieren zijn niet (meer) Stamboekwaardig of vertonen Fokuitsluitende gebreken. Deze dieren krijgen waar nodig in de registratie een vermelding waarom deze afgekeurd zijn (SB: snoeksbek, DV donkere vlekken, VB varkensbek).

d. Importdieren (code I). Deze dieren zijn ingeschreven in een Erkend Stamboek maar voldoen nog niet aan de Importvoorwaarden (Bijlage 2).

Hulpstamboek

10. Dieren waarvan één of beide ouders niet voldoen aan de eisen voor het Hoofdstamboek maar wel de rastypische uiterlijke kenmerken hebben van een Suffolk schaap kunnen op verzoek van de Fokker in het Hulpstamboek worden opgenomen, indien:

a. Het dier naar het oordeel van de FAC een bijdrage levert aan de instandhouding of verbetering van het ras, én;

b. de dieren volgens de Inspecteur voldoen aan de Rasstandaard dan wel dat het een doelbewuste kruising is met een ander schapenras in het kader van een door de FAC goedgekeurd fokprogramma, én;

c. de dieren geen Fokuitsluitende gebreken vertonen.

11. Voor opname van dieren in het Hulpstamboek dient de eigenaar een gemotiveerd verzoek in bij de FAC.

12. Dieren worden na inspectie door de Inspecteur op het voldoen aan voor opname in het Hulpstamboek geldende voorwaarden door de Stamboekadministrateur in het Hulpstamboek opgenomen met de raszuiverheidsstatus H 0%, H 50% of H 87,5% raszuiverheid, al naargelang het aantal geregistreerde of erkende voorouders.

Dierregister

13. In het Dierregister worden dieren opgenomen die niet aan de eisen van Hoofdstamboek en Hulpstamboek voldoen maar op verzoek van het Lid wel geregistreerd worden door de Stamboekadministrateur in het kader van de van overheidswege gestelde regels voor Identificatie en Registratie van schapen en geiten omdat zij op het bedrijf van het Lid verblijven. Het betreft alleen een registratie, de dieren worden op generlei wijze als stamboekdieren erkend. Deze dieren hebben de code C.

Aanvullende eisen

14. Ter ondersteuning van de doelstellingen van dit regelement kan de ALV op voorstel van het Bestuur Aanvullende eisen stellen alvorens dieren ingeschreven mogen worden als Stamboekwaardig (code A) in het Stamboek. De meest recente versie van de Aanvullende eisen is aan dit Reglement gehecht (Bijlage 3).

Artikel 6 Certificaten

1. Voor dieren die geregistreerd zijn in het Hoofdstamboek als Stamboekwaardig (code A) wordt door de Stamboekadministrateur een Stamboomcertificaat uitgereikt.

2. Ingeval de Fokker genetisch materiaal van een Stamboekwaardig dier wint, wordt door de Stamboekadministrateur onder overlegging van een verklaring van de persoon of de instantie die het genetisch materiaal heeft gewonnen, van het originele Stamboomcertificaat van het donordier een duplicaat verstrekt met de vermelding van hoeveelheid doses/embryo’s die gewonnen zijn.

3. Voor dieren die geregistreerd zijn in het Hoofdstamboek van het SSN met Code B, I of ingeschreven in het Hulpstamboek wordt door de Stamboekadministrateur uitsluitend een Afstammingsbewijs uitgereikt.

4. Voor dieren die niet (meer) aan de vorenstaande criteria voldoen wordt geen certificaat uitgereikt en worden eventueel verleende certificaten ingevorderd.

Artikel 7 Identificatie

1. Uiterlijk binnen 1 week na de geboorte dienen de lammeren, ter identificatie, van unieke oornummers te worden voorzien.

2. Ter identificatie mogen alleen door Dienst Regelingen op naam van de Fokker gestelde oornummers gebruikt worden.

3. Uitwisseling van diergegevens tussen het Lid en het SSN gaat altijd op basis van deze unieke nummers. De diernummers dienen te allen tijde volledig vermeld te worden.

4. Bij verlies van een oormerk dient het Lid binnen 1 week na het geconstateerde verlies een nieuw oormerk aan te brengen en de Stamboekadministrateur van het nummer van dit merk op de hoogte te brengen.

5. Ingeval van gerede twijfel over de afstamming van een ingeschreven dier heeft het Bestuur de bevoegdheid te verlangen dat middels een DNA test de afstamming wordt onderzocht. De kosten van deze test komen voor rekening van het Lid indien de afstamming niet juist blijkt te zijn en komen voor rekening van het SSN indien de opgegeven afstamming van het dier wel correct is.

Artikel 8 Mutaties

Algemeen

1. Een fokjaar voor de Stamboekregistratie loopt van 1 november t/m 31 oktober.

2. Een Lid is zelf verantwoordelijk voor het correct invullen van alle door hem/haar aangebrachte mutaties in Suffolkweb. Bij het niet, niet-juist of niet tijdig invoeren van mutaties of eventueel de daarbij behorende verklaringen, komen de gevolgen daarvan voor rekening en risico van het Lid.

Dekberichten

3. Ieder lid, dat in aanmerking wil komen voor registratie van worpen en lammeren, is verplicht na afloop van het dekseizoen, in ieder geval vóór 1 november de dekberichten in te brengen in Suffolkweb.

4. Een dekbericht houdt in dat, in Suffolkweb bij de betreffende ooi wordt vermeld:

a. de ram door wie zij het laatste is gedekt;

b. de datum van de laatste bekende dekking en, indien van toepassing;

c. of dekking d.m.v. KI heeft plaatsgevonden.

5. Er mag slechts één Stamboekwaardige ram danwel een ram waarvoor ontheffing is verleend krachtens de Aanvullende eisen bij een koppel ooien worden toegelaten ter dekking van de ooien. Wordt in de dekperiode bij een koppel ooien van ram gewisseld, dan dient er tussen de data van wisseling van de rammen ten minste een periode van 6 dagen in acht te worden genomen. Dit geldt ook voor samenvoeging van meerdere koppels ooien, waarbij dan ter controle slechts één ram mag worden gebruikt.

6. Indien zich na het inzenden van het dekbericht wijzigingen voordoen (bijvoorbeeld herdekking), dient een aanvullend dekbericht te worden gezonden aan de Stamboekadministrateur. Het aanvullende dekbericht dient steeds uiterlijk 2 maanden na de dekdatum van de ooien waarop dit betrekking heeft, in het bezit van de Stamboekadministratie te zijn.

7. Indien de ram die de ooien gedekt heeft, eigendom is van de eigenaar van de ooien danwel de ram is bij de eigenaar van de ooien ingeschaard, dan verzorgt deze het dekbericht via Suffolkweb.

8. Bij het inscharen van ooien bij een ram van een andere eigenaar, dient de houder van deze ram het dekbericht te doen via Suffolkweb.

9. Bij toepassing van K.I. en/of embryotransplantatie dient in plaats van een dekbericht een door de verantwoordelijke organisatie c.q. inseminator, afgegeven inseminatiebewijs aan de Stamboekadministrateur toegezonden te worden.

10. Onvolledig ingevulde dekberichten en/of inseminatiebewijzen kunnen door de Stamboekadministrateur worden geweigerd.

Geboortemeldingen

11. Alle worpen moeten als geboortebericht binnen één week na de geboorte door de Fokker geregistreerd worden in Suffolkweb.

12. De gevraagde gegevens voor een geboortebericht in Suffolkweb zijn tenminste:

· Stamboeknummer van de ooi die geworpen heeft;

· Stamboeknummer van de ram (reeds bekend vanuit het dekbericht en niet aanpasbaar);

· Werpdatum;

· Aantal geboren lammeren per worp;

· Aantal levende lammeren per worp;

· Geslacht van alle geboren lammeren;

· Het Unieke Levensnummer (oormerk), dat bij het levende lam is aangebracht;

· Gegevens ten behoeve van Fokwaardeschatting en Prestatieonderzoek als vermeld in de Aanvullende eisen.

13. Overgelegde lammeren moeten steeds bij de eigen moeder worden vermeld.

14. Geboorteberichten die na 1 maart worden ingezonden kunnen door de Stamboekadministrateur worden geweigerd ten behoeve van de jaarlijkse fokwaarde(n) berekening.

Registratie als “stamboekwaardig” (van code B naar A)

15. Om in aanmerking te komen voor de Stamboek-status worden dieren met de B-status door de Fokker zelf beoordeeld op Stamboekwaardigheid. Dit dient te gebeuren tussen het moment dat het lam 3 en 12 maanden is, danwel ingeval dit eerder is op het moment van verkoop. De dieren die stamboekwaardig zijn bevonden worden in Suffolkweb vermeld onder de code A en kunnen op dat moment ook voorzien worden van een naam waarin teven de eventuele stalnaam is verwerkt. Bij de beoordeling van de Stamboekwaardigheid dient de Fokker het dier te beoordelen aan de Rasstandaard

en Fokuitsluitende gebreken.

Verkoop, slacht en sterfte

16. Verkoop, slacht of sterfte van geregistreerde dieren wordt door de eigenaar zo snel mogelijk doch uiterlijk binnen 3 dagen na afvoer ingevoerd in Suffolkweb onder vermelding van alle gevraagde gegevens.

Overige mutaties

Voorzover de Stamboekadministrateur dit voor een juiste stamboekadministratie nodig vindt is hij bevoegd in overleg met het Bestuur de melding van aanvullende mutaties te verlangen.

Artikel 9 Inspecties

1. De Inspecteur is bevoegd al dan niet op verzoek van het Bestuur bij Leden inspecties uit te voeren naar de naleving van dit regelement. Inspecties kunnen plaatsvinden zowel op de bedrijven van de Leden als op keuringen of andere officiële evenementen georganiseerd door het SSN.

2. Ieder lid wordt ten minste 1 maal per 4 fokjaren door de inspecteur bezocht om inspectie te verrichten naar de naleving van dit Reglement. Een lid is gehouden om aan deze inspecties medewerking te verlenen en alle dieren met een A- of B status ter inspectie aan te bieden.

3. Nieuw aangemelde leden worden het eerste fokjaar dat zij lammeren registeren door de inspecteur bezocht. Alle dieren worden besproken en de inspecteur geeft advies over de fokdoelen.

4. Indien bij inspectie blijkt dat dieren niet geregistreerd zijn met in achtneming van dit regelement kan het Bestuur het lid opdragen de registratie te corrigeren en in uiterste gevallen is het Bestuur bevoegd de stamboekadministrateur op te dragen om de betreffende dieren uit het stamboek uit te schrijven. De eigenaar en eventuele vorige eigenaren worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 10 Kunstmatige Inseminatie (K.I.) en Embryo-Transplantatie (E.T.)

1. K.I. en E.T. zijn binnen de grenzen van de geldende wetgeving en de regels van dit reglement toegestaan.

2. Gedurende het eerste jaar dat een ram voor dekservice wordt ingezet mogen niet meer dan 3 fokkers gebruik maken van het sperma van deze ram (natuurlijke dekking of K.I.). De betreffende fokker dient het voornemen tot inseminatie met sperma van een ram die het aangaat tijdig op te geven aan de Inspecteur onder vermelding van de gegevens van de ram(men) die ingezet worden. Deze zal vervolgens per ommegaande schriftelijk het voornemen registeren op volgorde van binnenkomst van de meldingen. Rammen die met code A in het Stamboek geregistreerde nakomelingen hebben, mogen in een onbepaald aantal kuddes ingezet worden voor K.I., met dien verstande dat het bestuur te allen tijde, de FAC gehoord, beperkingen kan opleggen aan Leden indien zij van mening is dat het gebruik van de ram afbreuk doet aan de Doelstelling van dit Reglement (Artikel 2).

3. De implantatie van embryo’s dient binnen een week aan de Inspecteur te worden gemeld, vergezeld van de stamboekgegevens van de ouder dieren alsmede van een schriftelijke verklaring met bijbehorende identificatie door de instantie die de implantatie heeft verricht en van identificatiegegevens van het moederdier waarin de implantatie heeft plaats gehad.

4. Ingeval van verkoop van een dier waarvan genetisch materiaal is gewonnen berust de eigendom daarvan bij de eigenaar van het dier waaruit het genetisch materiaal is gewonnen tenzij bij verkoop uitdrukkelijk anders is overeengekomen.

Artikel 11 Exterieurinschrijving

1. Vanwege een door het Bestuur van het SSN georganiseerde keuring of op verzoek van een Lid kan een exterieurkeuring plaatsvinden.

2. Bij de exterieurkeuring wordt door de Inspecteur danwel een door het Bestuur aangewezen keurmeester een beoordeling gemaakt van de bouw en het uiterlijk voorkomen van het schaap gebaseerd op de Rasstandaard en de daarbij vermelde puntenverdeling (Bijlage 1).

3. De bevindingen van een exterieurkeuring uitgedrukt in een totaal aantal punten wordt steeds vastgelegd in een speciaal voor dit doel door de keurmeester opgesteld rapport en kan voor dieren die beoordeeld zijn op een leeftijd ouder dan 24 maanden worden vermeld op het Stamboekcertificaat.

4. Een keurmeester heeft te allen tijde het recht een dier af te keuren, dat niet stamboekwaardig is.

5. Aan een exterieurkeuring van dieren jonger dan 24 maanden komt geen formele status toe tenzij het dier op een leeftijd van 24 maanden herkeurd wordt. Alsdan worden de resultaten van beide keuringen op het Stamboomcertificaat vermeld.

Artikel 12 Prestatieonderzoek en Fokwaardenschatting

1. Ter ondersteuning van de doelstelling van dit reglement kunnen door de ALV, al dan niet op voorspraak van het Bestuur en/of de FAC, prestatieonderzoek en/of Fokwaardeschattingen worden verricht.

2. Ieder Lid is gehouden hieraan medewerking te verlenen.

Artikel 13 Slotbepalingen

1. In bijzondere gevallen kan het Bestuur, in overleg met de FAC, afwijken van dit reglement, indien strikte toepassing van dit reglement leidt tot een onredelijk en onbillijk resultaat, mits daarmee belangen van het ras worden gediend en geen onevenredige schade aan belangen van derden wordt toegebracht.

2. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het Bestuur.

3. Indien voorzien kan worden dat zich meer vergelijkbare gevallen van de situatie als in het vorige lid bedoelt, zullen voordoen, draagt het Bestuur in overleg met de FAC zorg voor wijziging en/of aanvulling van het reglement.

4. Zowel door het Bestuur, de Inspecteur, de Stamboekadministrateur als de FAC kunnen ten aanzien van dit reglement wijzigingen worden voorgesteld. De aanpassingen behoeven in alle gevallen goedkeuring van de ALV.

5. In het geval het Bestuur meent dat de doelstellingen van het Stamboek dit vorderen, is zij, de FAC gehoord, bevoegd dit reglement (gedeeltelijk) buiten werking te stellen, te wijzigen danwel aanvullende voorwaarden op te nemen, welk besluit in de eerstvolgende ALV met meerderheid van stemmen dient te worden bekrachtigd. Een dergelijke besluit van het Bestuur zal onmiddellijk via de organen van de SSN aan alle leden kenbaar worden gemaakt.

6. De Stamboekregistratie van de dieren (afstamming, diergegevens, fokwaarden) en derhalve niet het Ledenregister is in beginsel openbaar tenzij een Lid schriftelijk aan het Bestuur meedeelt daar bezwaar tegen te hebben. In dat geval zullen de gegevens van zijn dieren niet-openbaar zijn maar zal het Lid zelf ook geen inzage hebben in de overige diergegevens.

7. Een exemplaar van dit regelement en de meest recente versies van de bijlagen zal voor Leden raadpleegbaar zijn via de website van het SSN.

Artikel 14 Overgangsbepalingen

Deze versie van het reglement treedt in werking na publicatie in Suffolkfolks van het besluit tot goedkeuring door de ALV.

Aldus vastgesteld door de ALV op ______________________________

Namens deze,

naam, naam,

Voorzitter Secretaris